Bouwgeschil: gewone rechter of arbitrage?

In de bouw wordt in veel gevallen gewerkt met standaard algemene voorwaarden, zoals de UAV 1989/2012. In deze voorwaarden wordt afstand gedaan van het recht om de gewone rechter te laten beslissen over geschillen die voortvloeien uit de aannemingsovereenkomst. De Raad van Arbitrage voor de Bouw (RvA) wordt aangewezen als geschilbeslechter. Het staat partijen echter vrij af te wijken van (dit onderdeel van) de UAV. Is dat aan te bevelen? Een kort overzicht van de verschillen en de voor- en nadelen van het procederen bij de rechtbank of de RvA.
Gewone rechter
Een procedure bij de gewone rechter kenmerkt zich door de strikt juridische benadering van een geschil. Gestart wordt met een (of meerdere) schriftelijke ronde(s), gevolgd door een comparitie op de rechtbank. De rechter is in de regel niet technisch onderlegd. Hij kan wel een deskundige benoemen die over bepaalde technische onderdelen kan adviseren, maar dit gebeurt niet standaard.
De kosten van een procedure bij de rechtbank zijn relatief beperkt. Er wordt eenmalig griffiegeld geheven (voor niet-natuurlijk personen en afhankelijk van de hoogte van de vordering variërend van € 618 - € 3.894), zie hier meer informatie over de griffiekosten. Verder wordt de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de wederpartij, maar die kostenveroordeling is vaak (bij lange na) niet kostendekkend. Dat komt voornamelijk door het feit dat de advocaatkosten in de proceskostenveroordeling van de rechtbank volgens het liquidatietarief worden berekend, hetgeen niet overeenkomt met de facturen van de advocaat die zijn gebaseerd op uren x tarief. Het liquidatietarief wordt berekend aan de hand van punten die variëren van € 384 - € 3.211 per punt (afhankelijk van de hoogte van de vordering en type procedure). In een gemiddelde zaak worden vaak minstens zo’n 5 punten toegekend. Meer informatie over het liquidatietarief is te vinden op de website van de Rechtspraak.
Raad van Arbitrage
Bij de RvA verloopt een procedure op papier op vergelijkbare wijze als bij de gewone rechter. De procedure start met een schriftelijke ronde, gevolgd door een comparitie. In de praktijk is de procedure bij de RvA echter informeler. Zo vindt de zitting vaak plaats in een zalencentrum in de buurt van het bouwproject dat onderwerp van geschil is en duurt een zitting als snel een hele dag. Onderdeel van die dag is vaak een bezichtiging van het werk, tenzij partijen dit niet nodig achten. De arbiter is meestal afkomstig uit de bouwsector en derhalve technisch onderlegd.
De kosten bij arbitrage zijn (veel) hoger dan bij de gewone rechter, aangezien arbiters per uur worden betaald. De advocaatkosten worden forfaitair berekend aan de hand van een puntenstelsel uit de Leidraad vergoeding kosten rechtsbijstand van de RvA en zijn vele malen hoger dan die van het liquidatietarief. Partijen zijn verplicht om voorafgaand aan de procedure een waarborgsom te storten bij de RvA. De proceskostenveroordeling zal met deze waarborgsom worden verrekend.
Keuze?
Gelet op het bovenstaande zou je kunnen concluderen dat de gang naar de gewone rechter de aangewezen route is voor strikt juridische geschillen en de RvA voor meer technisch-complexe geschillen. Het probleem is echter dat een keuze wordt gemaakt voordat er een geschil is, namelijk in de aannemingsovereenkomst. Op dat moment weten partijen nog niet of en, zo ja, wat voor een geschil zal ontstaan. De mogelijkheid staat natuurlijk altijd open om in goed overleg ten tijde van het ontstaan van het geschil een van de aannemingsovereenkomst afwijkende keuze te maken maar de vraag is of partijen daar dan nog toe nog bereid zijn.
Wilt u meer informatie over de verschillen tussen procederen bij de rechter en de RvA of wilt u weten welke route voor uw geschil het beste is, neemt u dan gerust contact op met onze specialisten Colin Nelemans en Anne van Onna.
#RvA #Bouwgeschil #KostenRaadvanArbitrage #RaadvanArbitrageofrechtbank #NelemansAdvocaten #VanOnna #Nelemans #procederen