Zuivering van verzuim, mag de schuldeiser weigeren?

Een schuldenaar, die in verzuim is, kan zijn verzuim zuiveren door alsnog behoorlijke nakoming aan te bieden. De vraag is wanneer een schuldeiser gehouden is om een dergelijk voorstel van de schuldenaar te accepteren. Het onterecht weigeren van een zuiveringsaanbod kan namelijk zeer nadelige gevolgen hebben voor de schuldeiser.
In een recent arrest heeft de Hoge Raad de maatstaf voor de beoordeling van de vraag of het zuiveringsaanbod van de schuldenaar toereikend is, nog eens uiteengezet.
Artikel 6:86 BW
Uit artikel 6:86 BW volgt dat een schuldenaar, die met de nakoming van zijn verbintenis in verzuim is, zijn verzuim kan zuiveren door alsnog nakoming alsmede betaling van de inmiddels verschuldigd geworden schadevergoeding en de overige kosten aan te bieden. Onder het begrip schade moet in dit verband niet alleen worden gedacht aan de reeds aanwezige schade. Hieronder valt tevens de schade die zich in de toekomst nog zal voordoen. Onder het begrip ‘kosten’ worden de kosten verstaan die reeds zijn gemaakt voor het alsnog ontvangen van de prestatie.
Een schuldeiser heeft juridisch gezien de vrijheid om een aanbod van de schuldenaar te weigeren. De hamvraag is of deze weigering terecht is geweest. Het ingetreden verzuim van de schuldenaar duurt namelijk gewoon voort wanneer het aanbod terecht is afgewezen. Echter, ingeval de schuldeiser niet had mogen weigeren, dan is hij vanaf die weigering zelf in verzuim en eindigt automatisch het verzuim van de schuldenaar. De gevolgen van het schuldeisersverzuim zijn groot voor de positie van de schuldeiser. Hij kan namelijk niet meer overgaan tot het ontbinden van de overeenkomst. Daarnaast kan de schuldenaar nu vorderen dat hij van zijn verbintenis bevrijd zal zijn. Een zorgvuldige afweging van het door de schuldenaar gedane aanbod is dus van groot belang.
Maatstaf van de Hoge Raad
Wanneer is het weigeren van een zuiveringsaanbod nu geoorloofd? De Hoge Raad heeft op 7 december 2018 antwoord gegeven op deze vraag. In deze kwestie speelde een geschil tussen een producent van kleding, JED Textiles B.V. (JED) en een afnemer. Partijen waren overeengekomen dat JED op 27 februari 2013 een partij poloshirts zou leveren. Vanwege problemen in het productieproces haalt JED de overeengekomen leverdatum niet. Derhalve biedt ze op 12 maart 2013 aan om een deel van de polo’s op 19 maart 2013 te leveren en het restant op 26 maart 2013. Naast deze leverdata wordt door JED een fikse korting ter compensatie aangeboden op de overeengekomen verkoopprijs. Ondanks de nieuwe afspraken worden ook de nieuwe leverdata niet gehaald en uiteindelijk escaleert de situatie dermate dat JED de order bij haar toeleveranciers annuleert. De afnemer start in reactie hierop een procedure.
In de procedure doet JED een beroep op artikel 6:86 BW aangezien ze van mening is dat ze met de korting die zij haar wederpartij heeft geboden op 12 maart 2013 haar verzuim heeft gezuiverd. Bij de beoordeling overweegt de Hoge Raad dat in de praktijk onduidelijkheid kan ontstaan over de omvang van de te vergoeden schade en kosten en dat partijen hierover onenigheid hebben. Wanneer hiervan sprake is, dan is het aan de schuldenaar om buiten twijfel te stellen dat hij de inmiddels verschuldigde schadevergoeding en kosten volledig zal voldoen. JED slaagde hier niet in en werd dan ook in het ongelijk gesteld.
Op basis van dit arrest kan dus geconcludeerd worden dat een schuldenaar bij het doen van een zuiveringsaanbod in zekere mate moet kunnen garanderen dat naast nakoming, tevens de schade en reeds gemaakte kosten volledig worden gecompenseerd.
Wilt u meer informatie over (schuldeisers)verzuim in geschillen of wilt u weten of u voldoende sterk staat voor het starten van een procedure, neemt u dan gerust contact op met onze specialisten Colin Nelemans en Geert Steenmeijer.
#Zuivering #Verzuim #Schuldeiser #JED #Schuldenaar #Schuldeisersverzuim